Hokbezoek Oud Hollandse Kapucijnen Club 2019
Aan Drenthe, Flevoland en Gelderland
Op 1 juni jl. was het weer zo ver, ons traditionele hokbezoek aan fokkers van onze club, in dit geval bij Joost Kaper te Ruinerwold, Piet Roskam te Tollebeek en als laatste Geert Kwakkel in Heerde was weer aanstaande. Het is voor het bestuur toch wel puzzelen wie we ieder jaar weer willen gaan bezoeken. De ledenlijst krimpt ieder jaar helaas nog, en deze happening doen we toch al sinds de 80e jaren van de vorige eeuw. Dus hulde voor dit initiatief aan onze bestuurders, want een happening is het ieder jaar weer, en een prachtige dag onder gelijk gestemden. En ook nog vaak voorzien van mooi weer, ook nu weer, wat willen we nog meer als verwende sierduivenfokkers!
Jan Kuster en ondergetekende werden die bewuste dag opgehaald door Frits Bergman, om samen verder te gaan naar Jan Haas. (Overigens deze beide heren zijn bijna onze vaste chauffeurs, hulde aan hen) Daar aangekomen troffen we reeds Dirk de Bruin (herintreder) aan. Na de duiven en natuurlijk de vissen van Jan bewonderd te hebben, gingen we eerst nog een “bakje” doen, en al snel werd daar een “boompje” opgezet over onze mooie hobby, zodanig zelfs dat iemand zei zullen we nog gaan voor het hokbezoek!


Na het “bakje” vertrokken we gezamenlijk naar ons eerste adres t.w. Joost Kaper te Ruinerwold, voor de geïnteresseerde het ligt net boven de plaats Meppel. Daar aangekomen troffen we al een aantal Kapucijnenvrienden, die ons voor waren gegaan. Joost is relatief een nieuwkomer binnen onze club, maar wel een heel enthousiaste liefhebber. Heeft veel interesses over alles wat leeft en bloeit. Onder het genot van een drankje moet je als reporter natuurlijk degene die je bezoekt proberen wat informatie te ontfutselen, om ook het één en ander op papier te krijgen nietwaar! De vrouw des huizes hing op dat moment de was te drogen, en ik vroeg haar, hoe het wonen haar hier beviel. Je moet weten, ze vertelde mij dat ze deze boerderij hadden gekocht voor de ruimte en de rust in Drente. Mijn gedachte was ze zijn hier geboren en getogen in deze omgeving, niets is minder waar ze komen zelfs helemaal uit de Krimpenerwaard, onder rook van Rotterdam vandaan! Dat is toch wel een hele gedaante verwisseling om naar het rustige Drente te gaan, het antwoord was, dit is geen enkel probleem. We hebben onze draai hier volledig gevonden, en ook de kinderen hebben het hier enorm naar hun zin. Inmiddels hebben ook de ouders van Joost, hier een plekje gevonden. Zij hebben de voorzijde van de grote boerderij betrokken. En ook daar zag ik voldoende kleindieren rond lopen. Zoals gezegd Joost is een relatieve nieuwkomer binnen onze club. Hij heeft zich toegelegd om de zwarte kleurslag bij de Kapucijnen samen met anderen op een hoger plan te brengen.
Of het zo gepland was of niet, op al de 3 bezochte hokken troffen we de zwarte kleurslag aan. Joost fokt met een 6-tal koppels zwart. We zagen toch al een aantal mooie zwarte jongen. Zelf was hij niet helemaal tevreden over het fokseizoen. Volgens hem ging het te traag, op mijn vraag hoe bedoel je dit, zij hij er zit te veel tijd tussen de diverse rondes. Toen ik over dit antwoord nadacht, schoot mij te binnen dat er meerdere Kapucijn-collega’s met dit euvel aan het tobben waren!


Joost heeft naast zijn Kapucijnen, veel meer kleindieren bijna te veel om op te noemen.
Hij heeft een enorm stuk grond bij zijn boerderij waar allerlei hoendersoorten liepen, die zomaar onder de struiken vandaan komen, of er komt ineens zomaar een eend voorbij peddelen met een aantal veelkleurige jongen. Prachtig zoveel vrijheid deze dieren bij hem hebben.

Eenden en Hoeders kunnen zich vrij bewegen op het landgoed van Joos
Zelfs de duiven genieten van zoveel vrijheid, je ziet ze zelfs languit in het gras liggen. Voor dieren is dit eigenlijk het summum. Gaan en staan waar je, je zelf goed bij voelt. Dit is het mooie om zo dieren te kunnen houden, maar helaas is dat niet een ieder gegeven. Maar je kunt er wel van genieten! Onder het genot van de onlosmakelijke koffie met wat lekkers erbij, werden er weer heel wat verhalen vertelt. Want laten we wel wezen, zulke dagen zijn er ook om de band met elkaar te versterken. In het seizoen zie je elkaar wel op de tentoonstellingen, maar zoals dit soort evenementen dat je in alle rust van elkaar en de dieren kunt genieten dat komt eigenlijk maar weinig voor. Maar aan alles komt een eind we moesten daarom ook weer verder naar ons volgende adres.


Maar voor dat we dit gingen doen, gingen we eerst tijdens de reis naar Tollebeek gebruik maken van onze lunch in een restaurant aan het water in de buurt van Giethoorn. Daar lieten we ons het twaalf uurtje goed smaken, met een drankje erbij.
Wij gingen ons hokbezoek vervolgen in de richting van Tollebeek, voor wie het niet weet het ligt in de Noordoostpolder (NOP). Thans opgenomen in de provincie Flevoland. Dit was de eerste polder die na het sluiten van de afsluitdijk, werd drooggelegd. Met de Zuiderzeewet uit 1918 werd besloten tot inpoldering van de Zuiderzee/IJsselmeerpolders. Door de economische crisis van de 30e jaren van de vorige eeuw, werd pas in 1936 met planning begonnen, en in 1937 werd met het aanleggen van de dijk begonnen, deze was 31,5 km lang, deze werd in 1940 bij het vroegere eiland Schokland gesloten. Toen kon met de drooglegging begonnen worden. De polder viel officieel in 1942 droog. De polder was in de 2e wereldoorlog een onderduikers paradijs.

Tijdens deze oorlog werd al begonnen met het bouwen van de boerderijen. Door schaarste aan stenen en metselaars, maakte men gebruik van schokbeton elementen, deze boerderijen met hun kenmerkende uiterlijk zijn nog steeds te bewonderen.
In 1947 begon men met de uitgifte van de grond. De meeste boeren kwamen uit Friesland, Noord-Holland en Zeeland. Ook na de watersnoodramp van 1953 kwamen er nog veel boeren uit Zeeland naar de Noorsoostpolder. Er wordt zowel veeteelt als landbouw bedreven in deze polder.
Maar na al deze wetenswaardigheden, staken we aan bij Piet Roskam in de al eerder genoemde gemeente. Piet boert samen met zijn broer en vader op de boerderij, waar ze ook nog een 100-tal koeien hebben.

Naast zijn drukke werkzaamheden op de boerderij, heeft hij als nevenhobby een aantal kleindieren, waaronder sierduiven, en dat zijn Kapucijnen in de kleur zwart, en ook een paar zwarttijgers. Ook daar konden we al een aantal mooie jonge zwarte Kapucijnen bewonderen. Ook Piet is relatief een nieuwkomer binnen onze club, en hij is door zijn werkzaamheden ook wat geïsoleerd midden in de polder.

Daarom is het fijn om eens kennis te maken met fokkers die hetzelfde ras fokken, en ook nog dezelfde kleurslag. Dan kun je eens van gedachten wisselen hoe nu verder, te gaan en misschien materiaal uitwisselen. Dat is belangrijk en zo versterk je zoals eerder vermeld niet alleen de band, maar kun je ook samen toch het ras op een hoger plan brengen, en zo beantwoord het hokkenbezoek zeker aan dit doel. Cees Schoonenberg was altijd al een voorstander van dit fenomeen, en als eerste organiseerde hij dit al in de 80e jaren van de vorige eeuw en met veel succes. De vaste kern gaat altijd graag mee.
Piet heeft ook diverse Hoenderrassen op de boerderij, en ook hij heeft voldoende ruimte om dit allemaal te kunnen doen. Onder het genot van een drankje op het terras konden we genieten van de rust in de polder, die je vaak ontbeert in onze huidige maatschappij. Maar ook hier kwam weer een eind aan, we gingen op pad naar ons derde adres naar Heerde in de kop van de provincie Gelderland.
Aangekomen bij Geert Kwakkel, werden we al opgewacht door hem, we moesten een omleidingsroute volgen, maar onze secretaris had een alternatieve route gevonden, waardoor hij als eerste aankwam bij Geert. Geert is al wat langer lid van onze club, maar treed wat minder op de voorgrond. Hoewel de laatste paar jaar organiseert hij samen met Jan Haas de voorjaars bijeenkomsten van onze club in Heerde zijn woonplaats.

Ook hier weer voldoende ruimte om dieren te houden, en dat was ook het ontspannen gebeuren van deze dag, niets moet maar alles mag. Geert fokt maar met een 5-tal koppels Kapucijnen, en alle in de zwarte kleurslag. Hoewel de jonge zwarte Kapucijnen eerst aan een ernstige keuring werden onderworpen, zaten hier gezien de positieve reacties

toch weer een aantal mooie jonge zwarte Kapucijnen in de kooien. Natuurlijk ze moeten hun jeugdkleed nog verwisselen voor hun echte outfit. Maar wat er niet aanzit, komt er ook niet meer bij moet je maar denken! De tijd zal het dan ook leren, hoe ze straks in de kooien zijn te bewonderen. Blijft toch altijd weer een verrassing voor ons allemaal hoe lang je ze ook al fokt. Het blijft levend materiaal. Ook hier konden we genieten van een mooie omgeving en onder het genot van een hapje en drankje was het goed toeven in deze dreven. Als sierduivenfokkers zijn we toch maar goed bedeeld en kunnen we samen genieten van onze mooie hobby. Maar op enig moment moesten we ook weer huiswaarts, maar we hebben met zijn allen genoten van een heel mooie dag, van de dieren en hopelijk ook van elkaar. Dank aan allen die dit mogelijk hebben gemaakt, en wat mij betreft graag tot een volgend keer.
Jan de Wit